
Al die reizen die ik maakte in de zestig jaar vóór ik begon te schrijven, blijken nu een soort geheime voorraadkamer vol inspiratie. Er sluipt altijd wel iets mee in mijn verhalen – een geur, een geluid, een steegje, een cultureel misverstand of een bijzonder type dat ik ooit ergens in een bus ontmoette. Geen enkele reis blijft ongebruikt. Zelfs die ene met de voedselvergiftiging. Zeker die.
Sinds ik begon te reizen, was dit voeding om mijn boeken... hoe zal ik het zeggen... exotischer te maken. Niet dat ik nu thrillers schrijf met kokosnoten of personages die hun moordwapen verstoppen in een pad thai. (Al… schrijf dat maar even op voor later.)
Maar reizen verandert wél hoe je kijkt. Hoe je luistert. Hoe je ruikt (soms tegen je zin). En vooral: hoe je schrijft.
Want zeg nu zelf – een beetje verdwalen in een steegje in Hanoi is véél spannender dan een namiddag bij de Colruyt. Sorry, Halle.
🌍 Nieuwe culturen, nieuwe personages
In vele gevallen bij bepaalde auteurs spreekt de hoofdpersonage alleen West-Vlaams en heeft hij hoogstens last van een lekke band. Zonder afbraak aan deze schrijvers brengt het reizen je in een andere dimensie.
Nu onderhandelt hij met schimmige types in Marrakesh, drinkt koffie van onduidelijke oorsprong in Istanbul en kent drie Russische scheldwoorden (die ik hier niet herhaal, wegens mogelijke blokkering door de zedenpolitie van het internet).
Waarom? Omdat je het zelf meemaakte.
Reizen is als undercover gaan. Je observeert alles: de non met sneakers, de man die luid belt tegen zijn watermeloen, de taxichauffeur die duidelijk geen rijbewijs heeft, maar wél drie heilige beeldjes op zijn dashboard.
✈️ Luchthavens: de speeltuin van het absurde
Er is geen betere plek om inspiratie op te doen dan een luchthaven. Daar zie je alles: huilende kinderen, zwetende zakenmannen, koppels in crisis (“je mocht maar 23 kilo meenemen, Bianca!”), en mensen die ruzie maken met een automaat.
En als je eigen koffer naar Singapore vliegt terwijl jij in Sevilla staat? Dan leer je écht improviseren. Net als wanneer je ontdekt dat je roman geen einde heeft en je hoofdpersonage plots op een olifant zit.
🍲 Eten: inspiratie met een bijsmaak
Schrijven na een Belgische boterham met kaas? Meh.
Schrijven na een Thaise curry waar je lippen van gloeien en je wenkbrauwen spontaan beginnen te zweten? Magisch.
En oké, soms beland je daardoor in hoofdstuk 7 met een personage dat onverklaarbare buikloop heeft. Kunstenaarsvrijheid, heet dat.
🗣️ Taalbarrières: goud voor dialogen
Ik heb ooit in Athene aan een taxichauffeur proberen uit te leggen dat ik géén drugsdealer ben, maar schrijver. Hij begreep "deadline" als "dead life". Hij gaf me een knipoog en een korting.
Die scène? Zou perfect passen in mijn boek. De knipoog ook.
📖 Verwondering is brandstof
Het moment dat je voor het eerst een tempel ziet waarvan je gsm zegt: “dit is te oud, ik geef op.”
Het besef dat mensen ergens met vier generaties samenwonen, vijf namen hebben, en allemaal soep eten bij het ontbijt.
En dat jij daar staat, met je jetlag, je notitieboekje en de gedachte: dit is goud.
🌴 Schrijf jij ook met zand in je schoenen?
Wat is het mafste, mooiste of meest inspirerende dat jij ooit op reis hebt meegemaakt?
Laat het me weten in een reactie – of stuur me een kaartje (ouderwets is weer hip).
📬 Volg me, Sofi Kelleri, op Facebook & Instagram voor verhalen, rare reisfoto’s en occasionele sambal-meltdowns.
📩 Schrijf je in op de Facebook groep "Writing with AI" als je meer wil weten over hoe je beter kan schrijven met AI als hulpmiddelen... "Verhalen voor onderweg", en krijg elke week een portie chaos, charme en chocolade in je inbox.
Want wie schrijft, blijft.
Maar wie reist, schrijft leuker, niet?
Groetjes,
Sofi
Reactie plaatsen
Reacties